Wat staat er in de cao-hbo over werkdruk?

Uit de cao-hbo 2022-2023

De werkdruk in het hbo is al enige jaren achtereen een serieus punt van zorg voor zowel werknemers als voor werkgevers. De coronacrisis en de digitalisering van het werk hebben het werkdrukvraagstuk extra aangescherpt.

Bestaande werkdrukplannen herijken en aanscherpen

Hogescholen hebben afspraken met de PMR gemaakt over werkdrukbeleid. Deze afspraken zijn gemaakt in de periode vóór corona. Hogescholen zullen in overleg met de PMR tegen de achtergrond van corona de beleidsplannen herijken en aanpassen. De volgende onderwerpen zullen in de herijkte werkdrukplannen aan bod komen:

  • de organisatie van beeldschermwerk, zoals verwoord in de Arbocatalogus hbo, inclusief afspraken over het aantal uur achter het beeldscherm en een goede werkplek
  • de beschikbaarheid van werkplekken voor online werken op de hogeschool
  • het recht op onbereikbaarheid, ook per mail en telefoon
  • nadere invulling van te respecteren privétijd en pauzes

Werkdruk als zwaarwegend criterium bij herontwerp van onderwijs na corona

Hogescholen pakken werkdruk bij de bron aan door het herontwerp van het onderwijs te toetsen aan de principes van doceerbaarheid, organiseerbaarheid, studeerbaarheid en betaalbaarheid. Doel is om werkdruk aan de ‘voorkant’ te voorkomen in plaats van deze aan de ‘achterkant’ te bestrijden. 

Realistische taakopdrachten

Om de werkdruk in het hbo terug te dringen zullen hogescholen werken met realistische taakopdrachten. Dit houdt in dat taakopdrachten – rekening houdend met beschikbare tijd, capaciteit en middelen - op een reële wijze moeten kunnen worden uitgevoerd binnen de betrekkingsomvang. 

Een vitaal element in het kader van werkdrukvermindering is een realistische taaktoedeling op individueel niveau èn op teamniveau. Bij die toedeling van taken dient onder meer rekening te worden gehouden met het geven van onderwijs, met voor- en nawerk, met het bijhouden van ontwikkelingen op het vakgebied en met vervanging, onder andere in geval van ziekte en professionele ontwikkeling. De PMR toetst of het beleid van de hogeschool in overeenstemming is met de bepaling in artikel G-2 lid 4 laatste zin.

Medewerkersonderzoek

Sociale partners handhaven de afspraak dat elke hogeschool een medewerkersonderzoek dient uit te voeren met een tweejaarlijkse herhalingsfrequentie.

Werkdrukbeleid

Iedere hogeschool ontwikkelt in overleg met de PMR beleid om werkdruk tegen te gaan. Het thema werkdruk vraagt om een systematische aanpak binnen de hogeschool. In overleg met de PMR wordt bezien in welke organisatieonderdelen of personeelscategorieën sprake is van werkdruk, in de zin van onvoldoende balans tussen werkbelasting en belastbaarheid van de werknemer. Daar waar werkdruk als knelpunt is geconstateerd, zet de werkgever, in overleg met de PMR, een volgende stap. Het beleid laat ruimte aan opleidingen en diensten om de aanpak zelf vorm te geven naar gelang de behoeften en omstandigheden binnen de opleidingen en diensten. Daarbij wordt in ieder geval aandacht besteed aan:

Aandachtspunten

  • De risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) 
  • Het medewerkertevredenheidsonderzoek
  • De positie van startende werknemers in het bijzonder die van de beginnend docent
  • De omgang met piekbelasting en inzettijd van de werknemer 
  • Energiegevers 
  • Leiderschap
  • Werkklimaat (samenwerking binnen team/met management) 
  • Slimmer organiseren (nadenken over prioritering) 
  • Scholing MR, leidinggevende en teams 
  • Het beschikbaar budget en eventuele toekomstige middelen 
  • De personeelsformatie in kwalitatief en kwantitatief opzicht

Als een hogeschool op een bepaald onderwerp geen beleid ontwikkelt, moet dit worden toegelicht. Over de werkbaarheid en effectiviteit van het beleid dient te worden gerapporteerd in het sociaal jaarverslag van de hogeschool.