Marco de Wind, studentenpsycholoog bij Fontys

Header image
Het typische studentenleven ziet er sinds kort heel anders uit. Studenten volgen hun opleiding op afstand vanuit huis, waar zij nog meer dan voorheen de regie over hun opleiding moeten nemen. Marco de Wind, studentenpsycholoog bij Fontys, ondersteunt hen online zo goed mogelijk.

Wat doe je als studentenpsycholoog?

We behandelen studenten die vastlopen. Dat kan gaan over concentratieproblemen of faalangst, maar ook over trauma, stress, eenzaamheid of depressie. Wij doen kortdurende behandelingen van gemiddeld 3 à 4 sessies. Als klachten om meer aandacht vragen, dan sturen we studenten door.

Hoe zagen de afgelopen weken eruit?

We zijn heel snel overgegaan van face to face naar online. Dat ging verrassend gemakkelijk. Ik spreek nu zo’n 6 studenten per dag via beeldbellen of telefoon. Waar de student zelf de voorkeur aan geeft. De meeste studenten kiezen voor beeldbellen. Dat vind ik zelf ook prettiger. Maar sommigen vinden het prettiger om telefonisch met mij te spreken. Laatst vroeg een student of het contact via de mail kon plaatsvinden. In deze situatie bleek dat er huisgenoten aanwezig waren en de student niet wilde dat zij wisten van het contact met mij. Dat kan dan ook. In principe verloopt de online hulpverlening goed. Sommige behandelingen, zoals EMDR bij traumaverwerking, doe ik nu even niet. Tenminste, als de klachten dat toelaten. Dat doe ik toch liever face to face. Alhoewel het wel online kan. Al die zaken nemen nu een vlucht.

Doe je nog meer online?

Ik geef ook faalangsttrainingen. Normaal face to face, nu dus online. Het leuke is dat dat ook creativiteit bij mij oproept. Zelf zou ik normaal gesproken nooit een online training volgen. De uitdaging is dan om de online faalangsttraining zo te maken dat ik het zelf ook zou willen volgen. Ik pas de training daarom aan, zodat het online werkt. Er zijn nu bijvoorbeeld meer schrijfopdrachten. Daarnaast werk ik meer met subgroepjes en creëer ik een buddysysteem. De evaluatie binnenkort gaat uitwijzen of het voor de student gewerkt heeft. Grappig is dat je in een online training tegen identieke zaken aanloopt als in een klassikale training. Om een voorbeeld te geven: studenten mogen een kwartier iets bespreken in hun subgroep. In de fysieke klas is er dan altijd een groepje dat niet op tijd terug is. Die moet je dan gaan halen. Online werkt dat precies zo. Alleen moet je dat groepje dan online terughalen.

De uitdaging is dan om de online faalangsttraining zo te maken dat ik het zelf ook zou willen volgen. Ik pas de training daarom aan, zodat het online werkt.

 

Studenten moeten zich in een faalangsttraining vrij kwetsbaar opstellen. Is dat online niet een stuk lastiger dan in de klas?

Wat online ontbreekt, is dat je elkaar in de ogen kunt kijken. In een groep van acht studenten kun je maar vier studenten zien in Microsoft Teams, dus je ziet niet alle reacties. Het is lastiger om te acteren op wat er in de groep gebeurt als iets wordt verteld. In de klassikale variant pik je signalen op van de leden en kun je daarop inspelen, waardoor kwetsbare zaken gemakkelijker kunnen worden besproken. Online vind ik dat echt wel anders. Om de drempel te verlagen, werk ik graag met break-out rooms, waarin kleine groepjes studenten even iets met elkaar bespreken. Voor sommige studenten is online deelnemen juist prettiger. De fysieke aanwezigheid is voor hen spannender dan de online aanwezigheid. De student kan zich als het ware verschuilen achter de monitor.  

In de klassikale variant pik je signalen op van de leden en kun je daarop inspelen, waardoor kwetsbare zaken gemakkelijker kunnen worden besproken. Online vind ik dat echt wel anders.

 

Hoe gaat het met studenten in deze periode?

Ik merk dat over het algemeen klachten die er al waren nu versterkt worden. Bijvoorbeeld een student die uitstelgedrag vertoont, merkt nu door het verlies aan structuur dat hij nog meer gaat uitstellen. Of iemand die eenzaam is, zit nu geïsoleerd en voelt zich nog eenzamer. Maar er zijn ook studenten voor wie deze periode een soort ‘blessing in disguise’ is. De groep die normaal gesproken moeite heeft om alle ballen in de lucht te houden, bij een studentenvereniging zitten, perfectionistisch zijn, aan alles mee willen doen; zij ervaren nu opeens meer rust.

Maak je je zorgen over studenten?

Veel hangt af van hoe lang dit gaat duren. Bij studenten ontstaat veel stress doordat hun bijbaan wegvalt, de huur doorloopt, er studievertraging ontstaat. Dat verdient wel enige zorg. Aan de andere kant vind ik mensen ook wel heel flexibel. Iedereen probeert er het beste van te maken. Met veel mensen gaat het ook goed, dat moeten we niet vergeten. Maar afhankelijk van hoe lang dit gaat duren, kunnen problemen wel toenemen. Dat is potentieel zorgelijk, zeker ook omdat er lange wachtlijsten in de zorg zijn. De druk neemt dan overal nog meer toe.

Met veel mensen gaat het ook goed, dat moeten we niet vergeten. Maar afhankelijk van hoe lang dit gaat duren, kunnen problemen wel toenemen. 

 

Hoe ervaar je zelf het thuiswerken?

Het is veelal hetzelfde, maar dan virtueel. Ik loop nu virtueel bij iemand binnen. We overleggen over studenten, zoals dat normaliter ook gebeurde. De contacten die nodig zijn, vinden plaats. Vergaderingen vinden plaats. Die zijn een stuk korter, dat kan blijkbaar. Dat is wel iets om vast te houden als we weer op locatie werken. Maar verder vind ik het erg alleen. Soms is er een online lunch, maar dat benadrukt voor mij juist dat op afstand zijn. Ik mis mijn collega’s, dat praatje over niks tussendoor, even koffie drinken met elkaar.

Wat zijn voor jou eye-openers in de afgelopen periode?

In zijn algemeenheid hoe flexibel mensen eigenlijk zijn. En dat ik toch veel uitdagingen zie die ik leuk vind. Bijvoorbeeld in de faalangsttraining, dan merk ik dat het misschien toch mogelijk is om dat online te doen. Die schrijfopdrachten die ik heb ingezet, ga ik waarschijnlijk ook in de fysieke training gebruiken. Dus zo levert het ook wat op.