Jurre Valk, Hogeschool van Amsterdam

Header image
Een maand geleden vertelde Jurre, docent HRM, over zijn eerste ervaringen met online lesgeven. Didactisch was dat nog best zoeken. Hij sprak ook zijn zorg uit over de minder actieve studenten die je online nauwelijks of niet ziet. Hoe vergaat het hem nu en wat zijn de uitdagingen voor de komende tijd?

Lesgeven in een virtual classroom vond je een hele uitdaging, vertelde je vorige keer. Hoe gaat dat nu?

Ik moet bekennen dat ik het nog steeds de grootste uitdaging vind als docent! In een aantal technische foefjes word je echt wel handiger. Maar 24 studenten online bij de les houden en motiveren… het is niet mijn favoriete lesvorm. Live komt er zoveel meer gevoel bij en heb je zoveel meer mogelijkheden. Op dit moment zijn de online lessen overigens een aflopende zaak; we zijn in de toetsweken beland. Voor mij betekent dat met name veel correctiewerk, inclusief de herkansingen.

Je uitte ook je zorgen over bepaalde studenten ‘kwijt’ raken. Wat zijn nu je ervaringen?

Ik weet vrijwel zeker dat er studenten zijn die qua studievoortgang last hebben van de situatie. Kijk, voor élke student is er het gemis van het sociale aspect. Maar er zijn altijd actievelingen waar ik me qua lesstof geen zorgen over maak. Je zou hen bij wijze van spreken alleen een boek kunnen geven en ze gaan gemotiveerd aan de slag. Daarnaast heb je de studenten die normaal al meer aansporing nodig hebben. Sinds corona draai ik een aantal nieuwe groepen, die studenten moet je nog leren kennen en dat vind ik lastiger op afstand. Sommigen zie ik niet terug op de deelnemerslijst van een online les. Anderen wel, maar zijn ze er mentaal ook echt bij? Of je hoort dat het geluid het niet doet, of dat men geen goede verbinding heeft. Hoeveel moeite je ook doet – je bereikt gewoon niet iedereen. Dat vind ik nog lastiger dan het feit dat ik zélf moet wennen aan het online lesgeven. Uiteindelijk gaat het om het nut en effect van je lessen voor de studenten.

Hoeveel moeite je ook doet - je bereikt gewoon niet iedereen. Dat vind ik nog lastiger dan het feit dat ik zelf moet wennen aan het online lesgeven.

 

Hoe zien jullie plannen voor het nieuwe studiejaar eruit?

Daar wordt nu heel hard op gepuzzeld. We denken een aantal scenario’s uit. Je moet ten eerste rekening houden met de capaciteit van je gebouw: hoeveel studenten kun je lesgeven als er in plaats van 24 tot 30 maar 12 mensen in een lokaal mogen? Ten tweede zijn de tijdsloten beperkt, want studenten mogen niet reizen in de spits. Qua roostering is dat best een uitdaging. Didactisch is het ook een puzzel: hoe ga je de capaciteit en tijd die je live beschikbaar hebt goed invullen? Kijk je vanuit didactische vormen, dan hebben bijvoorbeeld vaardigheidstrainingen de voorkeur boven hoorcolleges. En dan is er nog de vraag hoe je je tijd en aandacht verdeelt over de verschillende groepen studenten. Voor de eerstejaars is het enórm belangrijk om elkaar te ontmoeten en te socialiseren. Meer dan voor de hogerejaars, die dus wat minder fysieke lestijd zullen krijgen. Zo weeg je verschillende belangen af, en doe je aannames waarvan je hoopt dat ze de juiste zijn.

Wat zie je als de grootste uitdaging voor de komende tijd?

De grootste uitdaging zit hem denk ik in de wat langere termijn. De overgang van de situatie vóór corona naar de volledige lockdown was in principe heel overzichtelijk: iedereen moest online aan de slag. Met de versoepelde maatregelen komt er weer wat meer ruimte. Maar dat maakt de situatie óók ingewikkelder en onzekerder: komt er straks een tweede lockdown? Welke andere ontwikkelingen kunnen we nu nog niet voorzien? Wat als er bijvoorbeeld in december verdere verruimingen zijn en je had je programma eigenlijk al uitgedacht? Het kost tijd om je lesprogramma weer om te bouwen. Terwijl je je tijd liefst primair aan je studenten geeft. De afgelopen maanden heb ik ervaren als een soort overlevingsstand; roeien met de riemen die je hebt. En blij zijn met alles wat goed gaat. Nu komen we in een nieuwe fase en wil je je kwaliteitsstandaard op de langere termijn behouden. Met een optimale match van online en offline.

Een uitgebalanceerde mix met voldoende fysiek onderwijs is wat mij betreft essentieel om studenten op de beste manier richting de arbeidsmarkt te begeleiden.

 

Wat hoop je zelf als je vooruit kijkt?

Ik zie deze periode deels als een mooi experiment om te oefenen met online onderwijs. En straks een mix van online en fysiek onderwijs. Maar ik hoop dat dit niet het nieuwe normaal wordt. Online lesgeven was en is een noodmaatregel. Ik vind het belangrijk dat we niet alleen kijken of de studenten het leuk vinden (om bijvoorbeeld minder reistijd te hebben), of vanuit kosten (online onderwijs is goedkoper). Maar dat we blijven kijken naar wat het beste wérkt. Online elementen zijn absoluut waardevol, maar een uitgebalanceerde mix met voldoende fysiek onderwijs is wat mij betreft essentieel om studenten op de beste manier richting de arbeidsmarkt te begeleiden. In 100 minuten live les kun je ze echt meer aanreiken; in ingekorte online lessen is het lastiger om tot verdieping te komen. De beste ideeën ontstaan nu eenmaal vaak in de echte ontmoeting – zowel met je studenten als collega’s!